Vereist Opleidingsniveau?
Categorieën:
Blogposts
Afgewezen op het opleidingsniveau, vaak terecht, maar soms mag je daar wel vraagtekens bij zetten, zeker als een kandidaat aan kan tonen al jarenlang op het vereiste niveau geacteerd te hebben of wanneer er bijv. tijdens een onafhankelijk assessment is aangetoond, dat de kandidaat wel degelijk het vereiste werk- en denkniveau heeft. Missen we zo niet een hele categorie professionals, die van veel waarde kunnen zijn? In het bijgaande relaas de reactie van zo’n door een overheidsinstantie op opleidingsniveau wellicht wat voorbarig afgewezen kandidaat.
Om mij heen zie ik veel goede (ex) collega’s, die, vaak niet eens door eigen doen, buiten het bedrijf komen te staan. Kundige mensen, maar soms met een wat hogere leeftijd en/of geen (afgeronde) HBO of academische opleiding. Net zo vaak zijn dat mensen met een schat aan ervaring en bewezen capaciteiten en resultaten. Ik hoor in de regel verhalen dat zij met al hun drive, kennis en ervaring in de allereerste stap van papieren selecties al afvallen door “gebrek” aan opleidingsniveau. Wat in beginsel mooi lijkt te passen wordt dan ineens een feest van gemiste kansen door de tunnelvisie van werkgevers en wervers gericht op het formele opleidingsniveau. Met name bij overheden begrijp ik dat dat veel gebeurt. En als er dan nog een specifieke reden voor is anders dan in het algemeen vasthouden aan een soort van breed geldende minimale formele norm. Echt heel bijzonder.
In de afgelopen 31 jaar heb ik verschillende keren leiding mogen geven aan kleinere en grotere teams met afwisselende percentages (“formele”) HBO-ers en academici. Het is duidelijk dat als het om heel erg specialistische functies of diep onderzoek gaat, HBO en academische opleidingen vanzelfsprekend zijn. Waar dat niet het geval is, naar mijn mening bij de meerderheid van functies, heb ik geleerd dat gedrevenheid, inzet, wil tot samenwerken, verantwoordelijkheidsgevoel, praktisch kunnen denken en handelen versus vanuit een theoretisch kader denken- en handelen (noem het “EQ”) op zijn minst zo belangrijk zijn. Helaas zijn het juist deze zaken die niet zonder meer gegarandeerd worden door een afgeronde formele HBO opleiding en nog minder door een afgeronde Academische opleiding. Mits er een intentie is tot de beste oplossing te komen en het puur formele opleidingsniveau niet tot oogschellen te laten verworden, is juiste geschiktheid nog steeds te achterhalen. Maar dat vergt dan wel veel meer dan allereerst naar de HBO ja/nee vakjes op sollicitatie formulieren te kijken.
Hoe het samenkomt bij de overheid
We leven in een tijd waarin langer werken noodzakelijk is en diversiteit, indien niet noodzakelijk, dan toch op zijn minst erg belangrijk gevonden wordt. Hierbij is het te hopen dat bij de term diversiteit verder gekeken wordt dan geslacht of etniciteit, bijvoorbeeld ook naar opleiding(sniveau). Het gaat om een juiste mix en om balans. Dat is van levensbelang om een gezonde maatschappij te houden. Dat geldt evenzeer voor onderdelen van een maatschappij zoals bedrijven en overheid zelf. Een overheid heeft hierin een bijzondere positie. Zij maakt wetten met betrekking tot zaken als diversiteit, werkduur, enzovoorts en juist daarom moet van een overheid verwacht worden dat zij handelt naar de letter- zowel als de geest der wet en het goede voorbeeld geeft. Dus geen minimale formele opleiding vragen omdat het kán, maat alleen omdat het moet.
Conclusie.
In deze erg sprekende casus zie ik gebeuren dat het minimale formele opleidingsniveau op een nogal dogmatische wijze gesteld wordt boven het praktisch benodigde werk- en denkniveau. Waarbij dat laatste overigens nog steeds prima “HBO” kan zijn. Dat is beperkend voor de organisatie zelf zowel als voor de kandidaten. Wanneer dit breder gebeurt, worden hele groepen mensen die steeds meer aangesproken worden op zelfredzaamheid het steeds moeilijker gemaakt dat in de praktijk ook tegen redelijke kosten of andere offers blijvend te bereiken. En waarom eigenlijk? De geest der wet is toch mensen aan het werk te houden en voorzieningen betaalbaar te houden en de juiste mens op de juiste plek? Voor een organisatie betekent dit een zichzelf versterkende tunnelvisie opleggen waarbij de organisatie goed draait als er maar in eenieders personeel dossier staat dat er een formele HBO- of academische opleiding afgerond is. Op papier misschien een hele mooie garantie, maar ook niets meer dan dat: een papieren garantie. Of organisaties er in de praktijk beter van worden is toch zeer de vraag.
Mijn vraag aan de werkgevers:
Is eigenlijk heel simpel: wat is nu de precieze beweegreden om voor functies het formele HBO papier op zo’n overtuigende manier te stellen boven HBO werk- en denk niveau? En als afgeleide vraag: denk men ook buiten de eigen MT verantwoordelijkheden na over de consequenties van deze manier van werven en aannemen? Kijkt men, als MT in een overheidsorganisatie, ook bewust naar het bredere maatschappelijke verband?
Om mij heen zie ik veel goede (ex) collega’s, die, vaak niet eens door eigen doen, buiten het bedrijf komen te staan. Kundige mensen, maar soms met een wat hogere leeftijd en/of geen (afgeronde) HBO of academische opleiding. Net zo vaak zijn dat mensen met een schat aan ervaring en bewezen capaciteiten en resultaten. Ik hoor in de regel verhalen dat zij met al hun drive, kennis en ervaring in de allereerste stap van papieren selecties al afvallen door “gebrek” aan opleidingsniveau. Wat in beginsel mooi lijkt te passen wordt dan ineens een feest van gemiste kansen door de tunnelvisie van werkgevers en wervers gericht op het formele opleidingsniveau. Met name bij overheden begrijp ik dat dat veel gebeurt. En als er dan nog een specifieke reden voor is anders dan in het algemeen vasthouden aan een soort van breed geldende minimale formele norm. Echt heel bijzonder.
In de afgelopen 31 jaar heb ik verschillende keren leiding mogen geven aan kleinere en grotere teams met afwisselende percentages (“formele”) HBO-ers en academici. Het is duidelijk dat als het om heel erg specialistische functies of diep onderzoek gaat, HBO en academische opleidingen vanzelfsprekend zijn. Waar dat niet het geval is, naar mijn mening bij de meerderheid van functies, heb ik geleerd dat gedrevenheid, inzet, wil tot samenwerken, verantwoordelijkheidsgevoel, praktisch kunnen denken en handelen versus vanuit een theoretisch kader denken- en handelen (noem het “EQ”) op zijn minst zo belangrijk zijn. Helaas zijn het juist deze zaken die niet zonder meer gegarandeerd worden door een afgeronde formele HBO opleiding en nog minder door een afgeronde Academische opleiding. Mits er een intentie is tot de beste oplossing te komen en het puur formele opleidingsniveau niet tot oogschellen te laten verworden, is juiste geschiktheid nog steeds te achterhalen. Maar dat vergt dan wel veel meer dan allereerst naar de HBO ja/nee vakjes op sollicitatie formulieren te kijken.
Hoe het samenkomt bij de overheid
We leven in een tijd waarin langer werken noodzakelijk is en diversiteit, indien niet noodzakelijk, dan toch op zijn minst erg belangrijk gevonden wordt. Hierbij is het te hopen dat bij de term diversiteit verder gekeken wordt dan geslacht of etniciteit, bijvoorbeeld ook naar opleiding(sniveau). Het gaat om een juiste mix en om balans. Dat is van levensbelang om een gezonde maatschappij te houden. Dat geldt evenzeer voor onderdelen van een maatschappij zoals bedrijven en overheid zelf. Een overheid heeft hierin een bijzondere positie. Zij maakt wetten met betrekking tot zaken als diversiteit, werkduur, enzovoorts en juist daarom moet van een overheid verwacht worden dat zij handelt naar de letter- zowel als de geest der wet en het goede voorbeeld geeft. Dus geen minimale formele opleiding vragen omdat het kán, maat alleen omdat het moet.
Conclusie.
In deze erg sprekende casus zie ik gebeuren dat het minimale formele opleidingsniveau op een nogal dogmatische wijze gesteld wordt boven het praktisch benodigde werk- en denkniveau. Waarbij dat laatste overigens nog steeds prima “HBO” kan zijn. Dat is beperkend voor de organisatie zelf zowel als voor de kandidaten. Wanneer dit breder gebeurt, worden hele groepen mensen die steeds meer aangesproken worden op zelfredzaamheid het steeds moeilijker gemaakt dat in de praktijk ook tegen redelijke kosten of andere offers blijvend te bereiken. En waarom eigenlijk? De geest der wet is toch mensen aan het werk te houden en voorzieningen betaalbaar te houden en de juiste mens op de juiste plek? Voor een organisatie betekent dit een zichzelf versterkende tunnelvisie opleggen waarbij de organisatie goed draait als er maar in eenieders personeel dossier staat dat er een formele HBO- of academische opleiding afgerond is. Op papier misschien een hele mooie garantie, maar ook niets meer dan dat: een papieren garantie. Of organisaties er in de praktijk beter van worden is toch zeer de vraag.
Mijn vraag aan de werkgevers:
Is eigenlijk heel simpel: wat is nu de precieze beweegreden om voor functies het formele HBO papier op zo’n overtuigende manier te stellen boven HBO werk- en denk niveau? En als afgeleide vraag: denk men ook buiten de eigen MT verantwoordelijkheden na over de consequenties van deze manier van werven en aannemen? Kijkt men, als MT in een overheidsorganisatie, ook bewust naar het bredere maatschappelijke verband?